Francien verhuurt onroerend goed aan haar man, Frank. Hij gebruikt het in zijn bedrijf. In zo’n geval is het onroerende goed geen belegging in Box 3, maar rendabel gemaakt vermogen in Box 1. Dat betekent onder meer dat de waardestijging progressief belast is. Wanneer? Bij verkoop van het onroerend goed of als de verhuur aan de gelieerde ondernemer stopt. Maar als Francien toetreedt als vennoot tot het bedrijf van Frank, moet ze dan ook afrekenen over de waardestijging? Volgens de Belastingdienst wel. Het ging over een waardestijging van ruim € 280.000. Wat zei de rechter?
De hoogste rechter denkt er gelukkig heel anders over. Het onroerend goed van Francien gaat, zodra ze toetreedt tot de VOF, tot haar fiscale ondernemingsvermogen behoren. De wet kent een doorschuifregeling die in dit soort gevallen gewoon van toepassing is. Francien hoeft dus niet bij toetreding af te rekenen over de waardestijging.
Let op: Het onroerend goed is tegen de doorgeschoven boekwaarde ondernemingsvermogen geworden. In de toekomst rekent Francien wel degelijk fiscaal af over de eventuele meerwaarde.