Administratie en belastingadvieskantoor
Hein Koning Volendam
Julianaweg 224 B
1131 NW Volendam
Telefoon: 0299-365848
Fax: 0299-367531
E-mail: info@heinkoning.nl
Een jongedame gaat aan de slag bij een werkgever op basis van een tijdelijk contract voor zeven maanden. Na ruim vijf maanden krijgt ze bericht dat het contract zeven maanden wordt verlengd met uitzicht op een langdurig dienstverband. Een maand na dit bericht wordt ze zwanger, met helaas chronische complicaties. Ruim een maand voor einde van het tweede contract krijgt ze bericht dat het niet wordt verlengd. Is hier sprake van verboden onderscheid?
De vraag die de rechter moet beantwoorden is of het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst verboden onderscheid oplevert wegens zwangerschap op grond van het Burgerlijk Wetboek en/of verboden onderscheid wegens chronische ziekte op grond van de Wet Gelijke Behandeling handicap/chronische ziekte.
Verboden onderscheid zwangerschap en chronische ziekte
De werkgever mag geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst, het verstrekken van onderricht aan de werknemer, in de arbeidsvoorwaarden, bij de arbeidsomstandigheden, bij de bevordering en bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst, waar hier sprake van is, valt daar ook onder.
Van direct onderscheid is sprake indien een persoon op grond van geslacht op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld, met dien verstande dat onder direct onderscheid mede wordt verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap. Artikel 4 onder b van de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte bepaalt dat onderscheid verboden is bij het aangaan en beëindigen van een arbeidsverhouding.
Bewijs
De werknemer die meent dat sprake is van verboden onderscheid, moet een begin van bewijs aandragen dat sprake is van discriminatoir handelen. Als de werknemer daaraan voldoet, komt vervolgens de bewijslast bij de werkgever te liggen en moet de werkgever bewijzen dat niet in strijd met gelijke behandelingswetgeving is gehandeld. In dit geval heeft de jongedame volgens de rechter een begin van bewijs aangedragen dat sprake is van discriminatoir handelen.
De werkgever heeft tijdens de zitting naar voren gebracht dat het niet verlengen van het dienstverband niets te maken heeft met zwangerschap en/of chronische ziekte, maar gelegen was in een samenspel van omstandigheden. De rechter onderzoekt de aangevoerde omstandigheden stuk voor stuk en komt tot de conclusie dat deze niet de werkelijke reden kunnen vormen voor het niet verlengen van de overeenkomst.
Billijke vergoeding
Een werknemer kan aanspraak maken op een billijke vergoeding indien werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bij het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst. Met het verboden onderscheid bij de niet-verlenging van de arbeidsovereenkomst staat het ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever vast. De jongedame heeft daarom aanspraak op een billijke vergoeding. De rechter stelt deze vast op ruim € 3.000 voor inkomensschade en op € 2.500 voor immateriële schade. Voor het hierop in mindering brengen van de transitievergoeding, zoals de werkgever heeft verzocht, ziet de rechter geen aanleiding.
Let op: Als werkgever hoeft u de reden voor niet-verlenging van een tijdelijk contract niet mede te delen. Toch kan niet-verlenging een verboden onderscheid opleveren als de werknemer hiervoor een begin van bewijs levert.